De tien geboden

God wil dat wij gelukkig zijn. Hij heeft ons geboden of regels gegeven om gelukkiger te kunnen zijn.

Waar zijn ze vandaan gekomen?

God gaf zijn volk de tien geboden in een deel van de Bijbel dat het Oude Testament heet. In die tijd was een groep mensen onder leiding van de profeet Mozes net aan slavernij ontkomen. Toen Mozes God om hulp bad, gaf God hem de tien geboden, en we houden ons daar nog steeds aan.

1

God wil wat het beste voor u is. Als u Hem in uw leven geen voorrang geeft, is het moeilijker voor Hem om u te zegenen.

2

Alles wat u meer aanbidt dan God, is een ‘beeld’. Auto’s, kleren, sport, zelfs onze baan kunnen we maar beter niet aanbidden, want ze zijn slechts tijdelijk. Maar God is er altijd voor ons, en daarom is het beter als wij alleen Hem aanbidden.

3

Dit kan inhouden Gods naam als vloekwoord te gebruiken, of het kan inhouden dat u zegt dat u christen bent, maar niet zo leeft of handelt als Jezus dat zou willen.

4

De zondag oftewel de sabbatdag, is een dag waarop we allemaal naar de kerk kunnen gaan, God aanbidden, en leren hoe wij betere mensen en christenen kunnen worden. Die dag heiligen, betekent dat we ons best doen om Hem die dag te gedenken.

5

Het is belangrijk om onze ouders te respecteren. Dit kan er voor iedereen anders uitzien, maar we moeten altijd proberen om hen die eerst voor ons zorgden, lief te hebben en voor hen te zorgen.

6

Een eenvoudige maar belangrijke regel voor iedereen.

7

Bij het huwelijk doen man en vrouw elkaar beloften. Die beloften zijn belangrijk, en als we ze verbreken, doen we de ander erg veel verdriet. Als man en vrouw zich aan die belofte houden, kunnen ze een gelukkig huwelijk hebben en een gelukkig leven leiden.

8

God vindt het belangrijk dat zijn kinderen eerlijk met elkaar omgaan. Als u iemand iets afneemt dat niet van u is, is dat stelen, en is dat een overtreding van dit gebod.

9

Dit gebod gaat over eerlijkheid. Als u tegen iemand liegt, spreekt u een ‘vals getuigenis’, en dat kan zowel uzelf als anderen schaden.

10

Begeren, betekent jaloers op iemand anders zijn omdat hij iets heeft dat u heel graag wilt. Als iemand iets begeert, gaat hij zich ellendig voelen, wat hem ervan weerhoudt om God op de eerste plaats te zetten. Als u zich aan dit gebod houdt, voorkomt dit dat u in deze slechte gewoonte vervalt.