Het leven van Jezus Christus

Jezus Christus is de Zoon van God, en onze Heiland. Alles wat Hij van zijn bediening tot aan zijn dood deed, deed Hij voor ons.

Geboorte

Jezus is de Zoon van God, maar Hij werd op aarde uit een vrouw geboren. Deze gelovige vrouw was Maria. Toen Maria Jezus baarde, verschenen er veel tekens en engelen zodat mensen vol geloof Hem konden vinden en Hem hun eer konden betonen. U hebt dit tafereel misschien in de kersttijd wel eens in kerststallen gezien.

Jeugd

Zelfs toen Hij nog jong was, leerde Jezus het woord van God. Toen Jezus 12 jaar was, vond men Hem ‘in de tempel […], terwijl Hij te midden van de leraars zat, naar hen luisterde en vragen aan hen stelde. Allen die Hem hoorden, stonden versteld van Zijn verstand en antwoorden’ (Lukas 2:46–47).

Doop

Toen Jezus op 30-jarige leeftijd aan zijn bediening begon, liep Hij kilometers ver naar de rivier de Jordaan om Zich door zijn neef, Johannes de Doper, te laten dopen, want Johannes had het gezag om de doop te verrichten.

Hoewel Hij zonder zonde was, liet Jezus zich toch dopen om ons gehoorzaamheid aan God te leren, te laten zien wat de juiste wijze van dopen was, en ons het belang bij te brengen van een doop die met het juiste gezag wordt verricht.

Toen Jezus door onderdompeling was gedoopt, sprak God: ‘Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!’ (Mattheüs 3:17.)

Bediening en wonderen

Jezus genas de zieken, liet blinden zien, en wekte zelfs doden op. Maar belangrijker nog was dat Hij mensen hun zonden vergaf. Hoewel dit door de joodse priesters als godslasterlijk gedrag werd gezien, herinnerde Jezus de mensen er voortdurend aan dat wat Hij deed overeenkomstig Gods wil was, ‘opdat de Vader in de Zoon verheerlijkt zal worden’ (Johannes 14:13).

Kruisiging

Veel mensen waren tijdens zijn leven boos op Jezus omdat ze Hem niet begrepen. Hij leerde de mensen nieuwe dingen en betoonde zondaars mededogen. Hij spreidde ongelooflijk veel macht ten toon, en sommige burger- en kerkleiders voelden zich door zijn invloed bedreigd.

Jezus werd gearresteerd en aan het kruis gedood, wat Hij toeliet om Gods wil te doen. De Heer zei: ‘Ik [geef] Mijn leven […] om het opnieuw te nemen. Niemand neemt het Mij af, maar Ik geef het uit Mijzelf; Ik heb macht het te geven, en heb macht het opnieuw te nemen’ (Johannes 10:17–18). Zelfs toen Jezus door zijn eigen volk gedood werd, smeekte Hij God om hen genadig te zijn.

Opstanding

Jezus stond drie dagen na zijn dood op uit het graf – en de herrezen Heer verscheen al gauw aan zijn vrienden en volgelingen. Hij was de eerste die opstond, wat betekent dat zijn geest na de dood met zijn vervolmaakte fysieke lichaam verenigd werd. Omdat Jezus herleefd is, zullen wij allemaal eens opstaan.